Mijn aller-aller-allerlaatste werk van dit jaar, sterker nog, van alle jaren van de middelbare school!
Het werd tijd voor HET Centraal Praktische Examen van 2013. Het was een grote opdracht en ik heb er dan ook lang aan gewerkt. Graag wil ik mijn eindwerkstuk uitleggen/toelichten door middel van mijn procesbeschrijving van de uitwerkbijlage van het CPE. Maar eerst... mijn eindwerkstuk!:
Inhoud: ik wil de toeschouwer graag duidelijk maken dat er een oplossing moet komen voor het tekort aan hulp in Afrika. De oplossing is niet dat wij (als westersen) hulp sturen (bijvoorbeeld door het sturen van ambulances etc.), maar dat de hulp uit eigen kracht moet komen. Dit kan uiteraard niet zonder onze hulp en invloed (bijvoorbeeld door middel van opleidingen, onderwijs etc.). Dit is eigenlijk ook een reactie op de vele acties die worden gehouden rondom bijvoorbeeld hongersnoden. Er wordt wel hulp geschonken, maar die maakt geen wezenlijk verschil. (=engagement!)
Interpretatie: hierbij interpreteer ik ‘112’ als hulpmiddel/hulpkreet. Het feit dat er ‘112’ nodig is in Afrika betekent niet alleen dat Afrika zwak is, maar dat er invloed nodig is vanuit het westen, 112 is immers het Europees alarmnummer.
Voorstelling: Om mijn boodschap duidelijk te maken moet ik gebruik maken van bepaalde kenmerken van Afrika, zodat de toeschouwer duidelijk weet dat het over Afrika gaat. Dit kan bijvoorbeeld door het weergeven van sloppenwijken, Afrikaanse mensen, armoede of de Afrikaanse natuur. Om duidelijk weer te geven dat er invloed moet komen vanuit het westen/Nederland zou er bijvoorbeeld ambulances en traumahelikopters weergegeven kunnen worden. Deze hulp moet wel door de Afrikanen zelf gedragen worden, het moet immers uit eigen kracht komen.
Beeldende aspecten: Door middel van sloppenwijken en bijvoorbeeld een traumahelikopter zou vervreemding kunnen worden waargemaakt. Daarbij is het van belang het contrast tussen de twee duidelijk weer te geven, bijvoorbeeld door gebruik te maken van donkere en lichte kleuren of bepaalde lichtsinvallen. Om duidelijk te maken dat Afrikanen zwak en kansloos zijn, zouden ze in stukken kunnen worden weergegeven dat duidt op de gebrokenheid.
Materialen en technieken: Omdat het van belang is om kleuren te gebruiken in de uitwerking van mijn ideeen, is houtskool bijvoorbeeld al uitgesloten. De voorstelling hoeft niet realistisch worden weergegeven, sterker nog het moet eerder als een ideaal/utopie worden weergegeven, omdat Dit kan bijvoorbeeld door oliepastel, krijt en verf. (Mijn voorkeur gaat dat uit naar oliepastel of krijt, omdat dat fijner vind om mee te werken.)
Uitwerking: Ik wilde graag duidelijk maken dat er een oplossing moet komen voor het tekort aan hulp in Afrika. Deze hulp zou uit eigen kracht (uit Afrika) moeten komen. Ik denk dat ik dit met mijn eindwerkstuk goed duidelijk heb kunnen maken. Door afrikaanse vrouwen en een afrikaanse jongen weer te geven met manden (die zij normaal gebruiken om allerlei producten te vervoeren) maak ik duidelijk dat zij de hulp (in dit geval letterlijk) moeten dragen, uit eigen kracht. Door de personen in stukken weer te geven, maak ik duidelijk dat zij gebroken lijken, maar uiteindelijk nog wel de kracht hebben om het te dragen. Het feit dat er nederlandse 112-vervoersmiddelen worden weergegeven, geeft aan dat dit dus niet mogelijk is zonder de invloed van nederland.
Tijdens het onderzoek heb ik allerlei keuzes moeten maken. Zo heb ik uiteindelijk niet gekozen voor de weergave van een sloppenwijk in mijn uitwerking. Hiermee kon ik niet duidelijk maken dat men het eigen kracht moest gaan doen, en dat is wel een belangrijk aspect van de inhoud van idee/werkstuk.
Daarnaast heb ik gekozen voor een compositie waarin verschillende diagonalen lijnen zijn te onderscheiden. Zo hoopte ik toch wat spanning te creeren in mijn abstracte voorstelling.